Handreiking: Beleid op rekenen-gecijferdheid in mbo

De handreiking Beleid op rekenen-gecijferdheid in mbo biedt scholen ondersteuning en handvatten bij het opstellen van rekenbeleid. De handreiking geeft antwoord op vragen als Hoe ontwikkel je beleid op rekenen-gecijferdheid? Wie betrek je bij het proces en Welke hoofdstukken neem ik op in het beleid? De handreiking schrijft niet voor hoe het beleid eruit moet zien, maar biedt scholen alle ruimte en vrijheid om een zelf invulling te geven aan het beleid, toegespitst op de eigen situatie.

Het opstellen en implementeren van rekenbeleid is niet verplicht, toch is het belangrijk dat scholen rekenbeleid maken. Om te beginnen helpt dit om zicht en grip te krijgen en te houden op de beheersing van de basisvaardigheid rekenen-gecijferdheid. En dat is nodig, want de beheersing van de basisvaardigheden onder jongeren is afgenomen. Basisvaardigheden zijn bovendien een onderdeel van het toezichtkader, wat vraagt om goed geformuleerd beleid dat wordt gedragen in alle lagen van de school.

Doordacht beleid ondersteunt het implementeren en borgen van goed rekenonderwijs, wat gecijferdheid verbetert en achterstanden vermindert. Studenten die voldoende gecijferd de opleiding verlaten, hebben meer kans van slagen bij doorstroom naar andere onderwijsrichtingen, meer kansen op de arbeidsmarkt en redden zich beter in de samenleving. Goed rekenonderwijs verbetert dus ook de kansengelijkheid tussen studenten.

Kortom omdat de beheersing van basisvaardigheden onder jongeren is afgenomen, is het evident dat scholen hun rekenonderwijs onder de loep nemen, en waar nodig versterken. Hierbij horen bewuste keuzes, duidelijke kwaliteitsafspraken en doelen die staan omschreven in het rekenbeleid.