Decorative image

NT2 en meertaligheid

Goede beheersing van taal is belangrijk voor een succesvolle deelname aan school en maatschappij; taal maakt zelfredzaam. Ongeveer 65% van de wereldbevolking gebruikt dagelijks meerdere talen voor communicatie: de EU telt 24 nationale talen, 60 minderheidstalen en 175 migrantentalen. Om studenten voor wie het Nederlands niet de eerste taal is gelijke kansen te geven in het mbo is het van belang aandacht te hebben voor hun specifieke behoeften. Het niet goed beheersen van de Nederlandse taal kan een barrière vormen voor het leerproces en het behalen van examens.

De school heeft de plicht om er alles aan te doen om student het diploma te laten behalen en vervolgens de stap te laten zetten naar een vervolgstudie of een baan. Op deze webpagina delen we informatie die scholen kan helpen om een inclusieve leeromgeving te creëren waarin elke student – ongeacht taalachtergrond – optimaal kan groeien.

Instroom

Het is van belang bij de intake het taalniveau van de student goed in beeld te krijgen, om vervolgens een passend traject te kunnen adviseren en de juiste ondersteuning te kunnen regelen.

We onderscheiden onder studenten met een anderstalige achtergrond drie groepen:

  • Jongeren tot 18 jaar die onderwijs hebben gevolgd in een Internationale Schakelklas (ISK). Na de ISK vervolgen zij hun opleiding aan mbo, hbo of wo. Let op dat deze studenten soms inburgeringsplichtig worden op het moment dat ze 18 worden.
  • Jongeren en volwassenen die minder dan zes jaar onderwijs in Nederland hebben gevolgd.
  • Jongeren en volwassenen die in Nederland zijn opgegroeid, maar de Nederlandse taal niet voldoende beheersen.
Decorative image

Didactiek

Met het hele team

Studenten met een anderstalige achtergrond kunnen nieuwe kennis moeilijker koppelen aan kennis die zij al hebben. Dit is te voorkomen door een inclusieve didactiek, die bij voorkeur gehanteerd wordt door alle docenten in het team (dus niet alleen de docenten Nederlands). Zo’n didactische aanpak kan bestaan uit klassikaal praten over de stof, bewust bouwen aan woordenschat en het benutten van de beheersing van andere talen. Docenten krijgen met deze aanpak zicht op de (eerder) verworven kennis van studenten.

In de lessen Nederlands

Voor de lessen Nederlands is het van belang dat de lessen contextrijk zijn, gekoppeld aan voor de student herkenbare situaties. Dat kunnen thema’s uit het dagelijks leven zijn, of beroepsgerichte taaltaken, zoals het lezen van instructies en het voeren van klantgesprekken.

Extra taalondersteuning

Soms is het wenselijk een student naast de reguliere lessen extra ondersteuning te bieden. Dat kan op verschillende manieren. Hieronder geven we enkele voorbeelden.

  • Keuzedelen voor remediëring kunnen ingezet worden voor extra ondersteuning, zoals Toewerken naar Nederlands 2F en Verrijking leervaardigheden. Op niveau 1 en 2 tellen deze keuzedelen mee in de keuzedeelverplichting.
  • Een Taal- en rekencentrum  kan worden ingericht waar studenten terecht kunnen voor hulp. Zo’n centrum wordt gerund door specialisten, bijvoorbeeld in samenwerking met bibliotheken, vrijwilligers en taalbuddy’s. Naast hulp aan studenten geven zij ook advies aan docenten.
  • Extra taallessen vanuit de gemeente. Gemeenten kunnen een aanbod doen vanuit de WEB-gelden of vanuit participatie of re-integratiemiddelen. Welke mogelijkheden er zijn, is afhankelijk van het gemeentelijk beleid. Het gaat hier altijd om extra les bovenop het reguliere onderwijs.

Verlenging van de opleidingsduur

Studenten die het opleidingsniveau wel aankunnen maar extra tijd nodig hebben kunnen de opleidingsduur verlengen. Dit geldt ook voor studenten met een anderstalige achtergrond. Sommige scholen hebben speciale entree-opleidingen voor anderstaligen ingericht met extra aandacht voor taalontwikkeling. Een entree-opleiding mag met 1 jaar verlengd worden.

Examinering

Centraal examen

Studenten voor wie Nederlands niet de moedertaal is, die maximaal 6 jaar onderwijs in Nederland hebben gevolgd en die het Nederlands onvoldoende beheersen, kunnen bij de afname van centrale examens Nederlands en Engels twee aanpassingen krijgen:

  • 30 minuten extra examentijd;
  • gebruik van een woordenboek.

Dit is te vinden in artikel 12 van het Examen en Kwalificatiebesluit WEB. Wanneer een student daarnaast ondersteuningsbehoeften heeft waarvoor in het kader van passend examineren extra tijd mogelijk is, dan mogen deze twee soorten tijdverlening bij elkaar opgeteld worden. Dit houdt in dat aan een anderstalige student met bijvoorbeeld dyslexie twee keer een half uur tijdverlenging kan worden toegestaan.

Instellingsexamen

Zowel bij de afname als bij de constructie van instellingsexamens Nederlands kun je rekening houden met meertalige studenten. Adviezen hiervoor zijn te vinden in de handreiking Examinering van anderstalige migranten in de instellingsexamens Nederlands taal in het mbo van het CvTE.

Ook bij instellingsexamens voor andere vakken kun je rekening houden met meertalige studenten, zoals bijvoorbeeld bij de rekenexamens. De CEM heeft dit op de volgende manier gedaan:

  • Het taalniveau dat gebruikt wordt in het rekenexamen ligt 1 niveau lager ligt dan het taalniveau waaraan de studenten moeten voldoen voor hun opleiding.
  • Het is mogelijk deelexamens af te leggen.
  • De rekenopdrachten zijn gekoppeld zijn aan contexten waarmee de student bekend is, zoals die van de beroepspraktijk.
  • Er is een variant in het Engels.

Gerelateerde inhoud:

Meer weten over dit onderwerp?